Als je nog geen voorkeur hebt kan het kiezen van een instrument best lastig zijn. Op deze pagina vertellen we wat over de instrumenten die in een bezetting van een harmonieorkest
Houten blaasinstrumenten zijn bijvoorbeeld hobo, fagot, dwarsfluit, piccolo, klarinet en saxofoon.
Koperen blaasinstrumenten zijn bijvoorbeeld trompet, hoorn, eufonium, bariton, trombone en tuba / sousafoon.
Daarnaast zijn heel veel verschillende slaginstrumenten en worden verdeeld in de volgende groepen:
Membrafonen zijn slaginstrumenten met een vel, dat in trilling wordt gebracht. Je slaat op de trom met je handen of met stokken. Soms worden vegertjes gebruikt.
Idiofonen zijn slaginstrumenten die geen vel hebben en zelf in trilling worden gebracht. Door verschillende materialen van verschillende lengte te gebruiken, krijg je meerdere tonen. Het drumstel is een combinatie van membranofonen en idiofonen.
Harmonie- & Jeugdorkest
Een harmonie- & Jeugdorkest is een orkest bestaande uit blazers en slagwerk. De blazers zijn onder te verdelen in de houtblazers en rietblazers. Van de houtblazers vormen de klarinetten de grootste en belangrijkste groep. Dit houten blaasinstrument heeft een warme klank en heeft dezelfde rol als de viool in een symfonie-orkest. Zij speelt veelal de hoofdmelodie. De hoge klanken worden aangevuld door de hobo’s, dwarsfluiten en piccolo’s. Ook saxofoons zijn aanwezig van alt- tot baritonsaxofoon, voor het midden- en lage register. Een sopraan-saxofoon is overbodig door de aanwezigheid van de andere hoog blazende instrumenten. Ook de fagot met zijn lage klanken, is van de partij.
Naast de houtblazers zijn er ook veel koperblazers te vinden in de harmonie. In het hoge register zien we de trompetten. Iets lager klinken de hoorns, de baritons en euphoniums, en de trombones. De bastonen worden geleverd door de bastrombones en de bastuba’s. In sommige gevallen wordt de bezetting aangevuld met een basgitaar of strijkbas. Het slagwerk neemt een aparte plaats in binnen alle orkesten en komt later aan bod.
Dwarsfluit en Piccolo
De dwarsfluit wordt meestal kortweg fluit genoemd. Deze wordt dwars op de lippen bespeeld.
De dwarsfluit is meestal gemaakt van metaal maar behoort wel tot de groep houtblazers.
De kleinere en hoger gestemde uitvoering wordt piccolo genoemd.
Om een piccolo te leren bespelen start je meestal op een dwarsfluit en leer je later de piccolo.
Voor het leren bespelen van een Piccolo is les nodig.
De dwarsfluit en piccolo zitten vooraan in het orkest.
Hobo
De hobo is een houten blaasinstrument dat aangeblazen wordt via een dubbelriet: een mondstuk dat bestaat uit twee smalle en dunne plakjes riet, gebonden op een klein pijpje. Als je op dat riet blaast, beginnen de rietblaadjes te trillen en daarna de lucht in het instrument.
De hobo heeft een doordringend maar helder en vol geluid!
Fagot
De fagot is een houten blaasinstrument dat aangeblazen wordt via een dubbelriet: een mondstuk dat bestaat uit twee smalle en dunne plakjes riet, gebonden op een klein pijpje. Als je op dat riet blaast, beginnen de rietblaadjes te trillen en daarna de lucht in het instrument.
Plaats achterin het orkest en speelt mooie baslijnen.
Klarinet
De klarinet is een houten blaasinstrument dat aangeblazen wordt via een mondstuk waarop een plat enkel stukje riet is vastgemaakt. Door op het mondstuk te blazen begint het rietje en daarna de lucht in het instrument te trillen en ontstaat er het typische geluid van de klarinet: warm en rond, in de hoogte ook doordringend en schel.
De klarinet is een instrument dat zowel het publiek als de klassieke en jazz-muziek aanspreekt. Verder bevat de klarinet het grootste toonregister van de blaasinstrumenten. Het unieke timbre is direct herkenbaar. Denk aan Gerhswin’s ‘Rhapsody in Blue’. De kat uit Prokofiev’s ‘Peter and the Wolf’. Of, een swingin ‘solo van Benny Goodman om de natuurlijke, warme houttonen van de klarinet voor de geest te nemen.
De Klarinet zit voorin het orkest. De klarinetgroep heeft vaak de melodiepartij.
Saxofoon
Ook al is de saxofoon gemaakt van metaal, hij behoort toch tot de houten blaasinstrumenten. De saxofoon wordt aangeblazen via een mondstuk waarop een plat enkel stukje riet is vastgemaakt. Door op dit mondstuk te blazen begint het rietje en daarna de lucht in het instrument te trillen en ontstaat geluid. Bij de saxofoon kan dat zwoel en mild, maar ook opzwepend en robuust zijn. Naast de algemene altsaxofoon, zijn ook de sopraan-, tenor- en baritonsaxofoon gangbare familieleden.
Tegenwoordig heeft de saxofoon een plaats verworven in de ensembles van vele ongelijksoortige culturen. Van Europese marching- en concertbands tot Jamaicaanse reggae-culturen. Nigeriaanse Afrobeat-bands tot jazz-bigbands. Ze zouden allemaal niet hetzelfde zijn zonder de saxofoon! Een van zijn grote aantrekkingskrachten is zijn veelzijdigheid. De ervaren speler kan een breed en kleurrijk palet van toon en timbre produceren. Dit gaat gepaard met een groot dynamisch bereik. Dit verklaart enigszins waarom de saxofoon zo snel is gegroeid. De saxofoon is vandaag de dag een van de meest herkenbare en populaire instrumenten ter wereld.
De sopraan sax is niet een handig instrument om op te starten. Vaak leer je eerst alt-saxofoon te bespelen en gaat daarna over of erbij sopraan saxofoon bespelen.
Trompet
De trompet is een koperen blaasinstrumenten. Koperen blaasinstrumenten hebben geen kleppen zoals bij houten blaasinstrumenten, maar ventielen die je met je vingers bedient. De ventielen zijn zijn slechts een hulpmiddel bij het spelen van de noten; het meeste werk moet je doen met je adem en je lippen.
Dit is een instrument dat de meeste mensen wel kennen, want de trompet wordt in veel muziekstijlen gebruikt. Klassiek, jazz- en popmuziek, overal kun je het tegenkomen. Het instrument is afgeleid van de natuurtrompet, die bestond uit alleen een lange buis met een mondstuk. Deze werd op het slagveld gebruikt om signalen te geven. Op een gegeven moment werd het ook in klassieke muziek gebruikt, maar een tekortkoming was dat het alleen natuurtonen kon spelen. Totdat er ventielen werden uitgevonden, dit maakte het mogelijk om hele toonladders te spelen. Een standaard trompet is uitgerust met drie ventielen. Door een ventiel in te drukken wordt de lucht omgeleid naar een langere buis, zo wordt de toon verlaagd. Ook zijn combinaties van ventielen mogelijk, zodat alle noten kunnen worden gespeeld. Door de cilindrische boring hoort de trompet bij het scherp koper, met een heldere, scherpe klank.
Hoorn
Vroeger werd de hoorn bij de jacht gebruikt. Hoorns werden ook gebruikt om signalen door te geven, zoals de posthoorn, signaalhoorn en bugel. Tegenwoordig is de hoorn vooral bekend als blaasinstrument in ensembles, orkesten of als solistisch muziekinstrument.
De hoorn hoort bij de familie koperblazers.Tegenwoordig is een combinatie van twee hoorns in één instrument gebruikelijk, namelijk de dubbelhoorn (F – Bes). Dit is het standaard instrument in orkesten. De hoorn heeft standaard drie draaiventielen. Er kan ook nog een stopventiel op zitten. Bij een dubbelhoorn kan men schakelen tussen de twee hoorns door middel van een soort trigger.
Deze vorm doet nog wel het meest denken aan een jachthoorn. De hoorn heeft net als de cornet een combinatie van cilindrische en conische boring, maar uitlopend in een vrij grote beker. Mede hierdoor heeft het een groot bereik vergeleken met andere koperen blaasinstrumenten. Een hoorn vinden we voornamelijk terug in orkestvormen, maar duikt ook weleens op in popmuziek met een grote blazerssectie.
Trombone
De trombone is een koperen blaasinstrumenten. De trombone heeft als enig koperinstrument een schuif, deze bedien je door hem heen en weer te bewegen. Op deze manier ontstaan de verschillende tonen.
Koperen blaasinstrumenten horen tot de oudste instrumenten die er bestaan en zijn altijd populair gebleven omdat je er alle soorten muziek mee kunt spelen, van klassieke tot lichte muziek, van jazz tot wereldmuziek en ook harmonie- en fanfaremuziek.
Nee, de trombone is geen schuiftrompet, dat is een ander instrument. Een trombone is een apart instrument op zich. De overeenkomst is wel de cilindrische boring, dus ook een scherp geluid. Het verschil is niet alleen de lengte van de buis, waardoor het lager klinkt. Maar in de basis heeft een trombone geen ventielen, maar wordt de klank verlaagd door een buis uit te schuiven. Omdat dit een traploze verlaging is, is het mogelijk om in één beweging langs zeven halve tonen te bewegen. Hierdoor komt het wel meer op de bespeler aan om de toon goed stemmend te krijgen. Tegenwoordig hebben veel trombones een hulpventiel om dat stemmen voor sommige noten makkelijker te maken. Maar er zijn ook ventieltrombones. Deze lijken nog het meest op een trompet, maar dan klinken ze een octaaf lager.
Eufonium
Een eufonium of tenortuba is een koperen blaasinstrument. De toon is te vergelijken met een baritonzanger. De naam euphonium komt oorspronkelijk van het Griekse woord euphonos, wat betekent “mooiklinkend”. Bijna alle huidige eufoniums zijn uitgevoerd met drukventielen, hoewel modellen met draaiventielen nog wel bestaan. De euphonium behoort tot de standaardbezetting van het harmonie- en het fanfareorkest en van de brassband.
Het groot koper is lager van klank, zoals bij het euphonium, ook wel bekend als een tenortuba. We vinden het terug in fanfare- en harmonieorkesten en bij brassbands. Dit instrument is conisch vormgegeven en heeft daardoor een warme, zachte klank. Ze worden daarom vaak ingezet voor melodieuze partijen. Vaak wordt deze nog weleens verward met de bariton.
De bariton of eufonium spelen vaak de ‘gezongen’ tegenmelodie
De verwarring is begrijpelijk als je op het uiterlijk afgaat, maar een bariton is toch echt een ander instrument dan een euphonium. De klank is scherper doordat de bariton cilindrisch is gevormd, maar is toch nog zacht van karakter. Ook dit instrument vinden we voornamelijk terug in brassbands, fanfare- en harmonieorkesten.
Bas tuba
De tuba is het grootste en dus het laagst klinkende koperen blaasinstrument. Door zijn enorme geluidsterkte spelen er maar twee tuba’s mee in een harmonieorkest. De tuba wordt ook gebruikt in het symfonie- en fanfare-orkest.Het geluid van de tuba wordt geproduceerd door het vibreren van de lippen tegen het komvormige mondstuk.Door het indrukken of loslaten van ventielen, kun je op dit instrument verschillende tonen maken.Deze ventielen zorgen ervoor dat de de buis van het instrument verkort (hogere tonen) of verlengd (lagere tonen) kan worden.
Tenslotte het laagste instrument, de tuba, of liever gezegd de bastuba. Vaak wordt dit instrument aangeduid met de term tuba, maar zoals we al eerder zagen is ook het euphonium een tuba. Opnieuw zien we hier een conische boring, uitlopend in een grote beker. Over het algemeen spelen bastuba’s een begeleidende partij in het laagste register. Omdat er met dit instrument lastig kan zijn om te marcheren is de sousafoon ontwikkeld. Deze is meer cilindrisch van aard en kan door zijn wijde vorm om het lichaam worden gedragen.
Slagwerk
Het slagwerk bestaat uit allerlei soorten instrumenten, waar je op moet slaan om muziek te maken. Eén van de bekendste instrumenten is het drumstel. Maar ook de xylofoons, de vibrafoon en tal van kleine slagwerkinstrumentjes zijn niet weg te denken uit het orkest. Het slagwerk heeft in vrijwel alle muzieksoorten een hele belangrijke rol als ritmische ondersteuning.
Het slagwerk kleurt een muziekstuk.
Pauken
Een pauk is een keteltrom met een gedefinieerde toonhoogte.
Op een koperen of kunststof ketel (doorsnede meestal 50 tot 80 cm) is een vel gespannen. Vroeger gebruikte men huid van kalf of geit, sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw worden uit kostenoverwegingen veelal kunststof vellen gebruikt.
Door met een mallet op het vel te slaan klinkt een bepaalde toon, door de slagen snel achtereen te spelen klinkt een roffel. De toonhoogte is afhankelijk van de spanning van het vel. De grootte van de eronder liggende resonantieruimte, de diameter en de dikte van het vel bepalen in welk toonbereik de pauk gebruikt kan worden.
De pauk is van oorsprong een militaire trom en wordt tegenwoordig in uiteenlopende ensembles gebruikt. In het symfonieorkest is de pauk de meeste gebruikte trommel, meestal in een opstelling van twee tot vier pauken van opeenvolgende diameters. Doorgaans staat de grootste en dus laagst klinkende pauk aan de linkerkant (zoals gezien door de speler); in Oostenrijk, Nederland en Duitsland is de opstelling traditioneel echter gespiegeld.